Het heet Gluren bij de buren maar men bedoelt gewoon Huiskamerpodium. In 1.000 Nederlandse huiskamers zijn optredens, waarvan twee in Noordbarge: beide bieden een huiskamerconcert(je).
Terwijl het KNMI code oranje heeft afgekondigd, ondergaan wij op het eerste adres (Bargerkampenweg 17) een middagje code Iers. Almarach heet de zevenkoppige formatie met v.l.n.r. Siny, Hanneke, Bert, Janny, Fiebo, Mieke en Renée (ontbreekt op de foto). Renee is met 31 de jongste en Bert met 78 de oudste. Almarach repeteert wekelijks op vrijdagavond bij Siny Haitel en ze treden geregeld op in Westerbork, in de Turfsteker, een Iers café.
Drie keer treedt Almarach (Iers voor vreemdeling) vandaag op en drie keer is de huiskamer uitverkocht, d.w.z. dat alle stoelen bezet zijn en de laatste gasten moeten staan. De stemmen passen heel goed bij de instrumenten: een (blok)fluit, gitaren, viool en accordeon. Het klinkt superIers, veel nummers worden meerstemmig gezongen en ritmes worden door geklap en (beschaafd) gestamp met de voeten ondersteund. Almarach klinkt zoals je het in Ierse pubs hoort: Iers zoals Ierse folk moet klinken.
De bezongen onderwerpen horen bij Ierse muziek als protesten bij Drentse wegopbrekingen, de liedjes gaan over mannen die uit varen gaan en hun lief moeten missen, een soort Robin Hood die door een valse vrouw wordt verraden, dode kinderen en schepen die vergaan: kortom over het leven zelf. Vooral als zowat alle muzikanten meezingen klinkt het als een klok. Ook is er een instrumentaal nummer, dat moeilijk heet te zijn, maar bijzonder geslaagd is. Het soms wat verguisde instrument de blokfluit is Almarachs paradepaard: wat een schitterend sereen en autonoom geluid. De combi van de stemmen en de instrumenten maken het tot prachtige Ierse muziek.
Dan snel door naar Bargerkampenweg 15A. In een eerst schemerachtige, ook hier weer volle woonkamer zitten twee rasgitaristen die hun gitaar laten snerpen en snijden en akkoorden doen klinken als Luka Bloom, Van Morrison of Skip James het zelf bedoeld hadden. Vooral als ze even flink uithalen zit het publiek op de punt van de stoel.
Bart Verpalen zingt en speelt op een akoestische gitaar en (Emmenaar) Gerard Rolink de elektrische. Barts stem klinkt authentiek en hij lijkt gemaakt voor de blues: wat rauw, altijd met een weemoedige ondertoon, loepzuiver en steeds goed in balans met de muziek. Drumtonen komen uit een doosje, maar dat is okee. Rolink, naast gitarist ook docent aan het conservatorium, goochelt met de ontelbare mogelijkheden van de elektrische gitaar. De gitaren van Rolink en Verpalen passen heel goed bij elkaar en vullen elkaar naadloos aan.
De teksten gaan natuurlijk over de liefde en over vrouwen die hebben beloofd mannen te beminnen (‘She promised she’d love me…’), maar net weer iets anders aan hun hoofd hebben, ach, dan weet je het wel, we horen de thematiek van het ware leven. ‘She left me, she waved me goodbye and we haven’t seen her no more.’ We luisteren naar muziek van Van Morrisson (van de l.p. Moon Dance), blues van Skip James en Ierse muziek van Luka Bloom.
Naarmate de middag vordert neemt het volume toe en als we ‘Oh madness of love’ uit volle borst mogen meezingen wordt er nergens meer geknikkebold en gaan we lekker los. De thee en de koekjes blijven zo goed als onaangeroerd en met een laatste ‘I’ve been troubled, I’ve been worried, I’ve been blue’ nemen we afscheid. Code oranje? Code blues zal je bedoelen!