Het is maandag vier januari. Winterse kou maakt dat de gevoelstemperatuur met vijf is gedaald tot -2⁰. De wind voelt als het pas geslepen mes van een enthousiaste paardenslager. In de straat worden sleuven gegraven. Rood/oranje kabels liggen uitgerold klaar om begraven te worden. Een groepje mannen werkt zwijgend, ze zijn op elkaar ingespeeld als spelers van FC Emmen, een voorman speelt de rol van Lukkien. In de verte klinkt het geluid van een compressor als een helikopter die in de buurt van Erica de weg niet kan vinden.
Op dinsdag komen ze dichterbij. Er is een kraan, er staan twee compressors en verder is iedereen aan het graven, straten, sleuven dichten, tubes trekken en meer: vakwerk, dat zie je zo.
Buiten spreken we enkele mannen van bedrijf Grander BV uit Den Haag. “We zijn hier met acht man aan het werk in De Boerhoorn. Ik doe dit werk al twintig jaar. De buizen worden gelegd op 65 cm diepte, per huis wordt één glasvezelkabel getrokken. Later worden de huisaansluitingen gemaakt. Voor een deel wordt de straat opengebroken en voor een deel wordt de buis met een raket door de grond geschoten. Ook wordt een mol gebruikt om de toevoer onder de erven naar de huizen te maken. Per dag doen we ongeveer 100 meter. Het werk verloopt goed. We komen uit Den Haag en we verblijven door de week in caravans en weekendhuisjes in Wijster. In Emmen zijn nu acht tot 10 ploegen bezig. Ons bedrijf levert drie ploegen. Veel van onze ploeg komen uit Turkse families, maar we zijn geboren in Nederland.”
Er zijn twee mannen gespecialiseerd in het afwerken van de opgebroken straat. De jongste vertelt: “Ja hoor, het is mooi werk en het verdient goed. Maar ook lastig, want wij hebben net een kleine en dan is een week weg van huis wel eens moeilijk. In de kerstvakantie waren we lekker thuis. We hebben geen schaftkeet bij ons, in de pauzes en als het regent, zitten we in onze auto’s. Er staat een dixie op ons verzamelpunt verderop. Het is afwisselend, we reizen door heel Nederland. Onze vorige klus was in Surhuisterveen en straks gaan we naar Assen. De verste klus was in Kassel, in Duitsland. Nee, een schedel of zo hebben we nog nooit gevonden, maar wel eens een bom. Dat was direct een enorme drukte met de politie erbij en zo.”
De voorman vertelt: “We werken van acht tot vijf en hebben twee keer een pauze. Er is veel begrip voor de opgebroken wegen, soms wordt ons koffie aangeboden door een vriendelijke Noordbarger. Ook worden er erg veel foto’s gemaakt.”
Hier en daar komt een zwerfkei boven de grond. Auto’s van bewoners in de straat worden een stukje verplaatst en waarschuwingsborden worden twintig meter opgeschoven. Het werk vordert gestaag. De sfeer onder de mannen is goed. Op de rug van een van de mannen staat: De grond zit vol nieuwe mogelijkheden. Dan is het pauze. De Boerhoorn hervindt zijn rust. De postbode slalomt om de gaten in de weg heen en schilder Spier verplaatst zijn busje.