Van onze speciale verslaggever Jan P. de Vin.
Gert Jakobs, een bekende naam in Nederlandse sportwereld. Hij werd in 1964 Noordbarge geboren op het toenmalige adres Achter het Kanaal 1 waar vader Jan Jakobs en moeder Harmke Hof tijdelijke woonruimte hadden gevonden. Zij verhuisden later naar Angelslo. Vader Jan was een geweldige schaatser en maakte op de korte banen Drenthe onveilig, hij won talloze prijzen. Jan Jacobs ontwikkelde zich in de judo sport tot grote hoogte in Nederland. Hij was in het bezit van de zwarte band en later kampioen van Noord Nederland. Later was hij judoleraar bij sportschool Vos.
Vader Jan gaf aan Gert natuurlijk judoles en leerde hem hoe hij moest valbreken. Gert vond het allemaal leuk maar schaatsen en wielrennen was leuker. Hij reed op 3-jarige leeftijd op zijn driewieler met zijn ouders mee die lopend naar opa en oma gingen, een tocht van zo’n kleine 10 kilometer, hij had toen al sterke benen. Op zijn zevende jaar zeurde hij bij zijn vader om een rennersfiets. Die sleutelde zijn vader vervolgens zelf in elkaar. Gert was daar zo blij mee dat hij iedere week een nieuw wit lint om het stuur wikkelde of het oude lint nu vuil was of niet. Ook had hij gladde benen en droeg hij keurige witte sokjes, maar daar ging hij nog niet echt hard van rijden. Niets wees erop dat hij talent had. Vooral zijn bochtenwerk was beroerd. Toen zijn vader dat niet langer aan kon zien is hij hem de beginselen van het vallen bij gaan brengen. Op een parkeer- terrein zette hij een parkoers uit met acht bochten. Zijn eerste wedstrijd won hij op dikke banden, en toen hij 11 jaar was kreeg hij een fiets met houten klossen op de trappers: zijn benen waren te kort.
Gert ging als junior koersen rijden en vader Jan, die langs de baan alles goed volgde, maakte het niets uit of hij nu als eerste of als laatste eindigde. Zijn visie was: als je zo’n jongen gaat pushen dan voelt hij de druk en dan wordt het helemaal niets. Het resultaat, op zijn veertiende won hij alles wat er te winnen was, regionaal of landelijk, hij won met afstand elke koers. Hij had toch talent. En met het talent kwam ook de ambitie. Zijn droom: meedoen in de Tour de France. Gert had inmiddels zijn studie KMBO (Kort Middelbaar Beroepsonderwijs) stopgezet, het was niet meer te combineren met de sport. In 1984 kwam er de uitnodiging van de KNWU om mee te gaan naar de Olympische spelen in Los Angeles om te gaan rijden in de 100 km ploegentijdrit. Wielerbondscoach Piet Liebrechts noemt Gert Jacobs één van de beste talenten die hij ooit gezien heeft. Gert Jacobs, Erik Breukink, Maarten Ducrot, Jos Albërts, vielen net buiten de prijzen, ze werden vierde, een resultaat om trots op te zijn.
Met het resultaat in Los Angeles fietste hij zich in de kijker en dwong hiermee een profcontract af.
Wielrenner Gert Jakobs wist het zeker, dit is wat ik wil, en werd beroepsrenner. Hij ging in 1983 rijden in de ploeg van Batavus/Gonso. Voor verdere ploegendeelname zie het overzicht.
Net als zoveel wielrenners hield Gert Jakobs ook van schaatsen, op zijn achtste jaar won hij al vele prijzen op lage schaatsen. Pas op zijn tiende kreeg hij zijn eerste noren. Op zijn vijftiende werd hij junior kampioen van Nederland. Hij werd dan ook opgenomen in de selectie van het gewest Drenthe. Vader en moeder brachten hem drie keer per week naar de kunstijsbaan in Assen om te trainen. De trainer van de nationale selectie junioren Egbert van ’t Oever was het ook opgevallen dat Gert een zeer goede schaatser was. Hij voegde Gert Jakobs toe aan de nationale selectie junioren. Hoogtepunt was dat Gert mee mocht naar de wereldkampioenschappen junioren in het Noorse Elverurn.
Toen hij deel uitmaakte van de nationale selectie kwam hij in moeilijkheden. Egbert van ‘t Oever vond het prima dat hij in de winter schaatste en ‘s zomers ging wielrennen. Zijn opvolger Eddy Verheijen dacht daar anders over en zag deze combinatie niet zitten. Die wilde in de zomer droog trainingen gaan doen maar dat kwam Gert slecht uit want die moest wielrennen. Men probeerde hier een oplossing voor te bedenken, maar het ging uiteindelijk mis, Gert koos voor het wielrennen.
Toen Gert deel uitmaakte van de Kwantum/Superconfex wielerploeg kreeg hij ook een licentie om marathon schaatswedstrijden te gaan rijden. Hij ging deel uitmaken van de Kwantum/ Superconfex, schaatsploeg; dat was wel zo prettig, wielrennen en schaatsen bij één baas. Met het gewone schaatsen viel niet zoveel te verdienen maar bij marathonschaatsen lag dat anders, het werd goed betaald. Tot nu toe was hij aangewezen op zijn ouders die alles betaalden voor zijn sport. Vader was gewoon fabrieksarbeider maar die had er alles voor over. Gert was blij dat hij nu zijn eigen kostje kon verdienen. Hij sloeg geen marathon over in Nederland. Hij won in 1986 de marathon van Veenoord.
In 1986 stopte hij met marathon rijden om zich volledig op het wielrennen te concentreren. De aanleiding hiervoor was opnieuw problemen betreffende schaatsen/wielrennen. Zijn manager
van de toenmalige wielerploeg, Hennie Liebrechts van Skala, verbood hem aan de start te verschijnen bij het NK marathon te Alkmaar. Hij moest zich melden op het trainingskamp van het CIOS om zich voor te bereiden op het nieuwe wielerseizoen. 1986 was ook het jaar van de Elfstedentocht een grote wens van Gert Jakobs om die ooit eens te mogen rijden. Nu was het dan zover, hij boekte een hotel in Leeuwarden en ging alvast wat kilometers proefrijden om de volgende morgen goed aan de start te kunnen verschijnen. Helaas, er kwam een telefoontje van zijn Skala ploegleider Robert Swets dat hij zich moest melden voor een training. Er was geen pardon voor Gert, hij moest zich houden aan het afgesloten contract. Dit gebeuren heeft nog steeds een grote impact op zijn verdere leven.
Al sinds 1968 toen hij als kleuter Jan Janssen in de gele trui zag als winnaar van de Tour de France wist hij het, dit wil ik ook. In 1990 kreeg hij de grote kans, hij werd opgenomen in de PDM ploeg en mocht mee de Tour de France te gaan rijden. Hij verdiende met zijn eerste contract bij Skala ƒ 45.000 per jaar maar bij PDM verdiende hij ƒ 225.000 per jaar en dat voor een jongen van 26 jaar. Het werd een aparte verschijning in het PDM-peloton. Hij liet zijn hoofd kaal scheren en droeg gouden ringetjes in z’n oren. Hij kreeg al snel de bijnaam Kojak van de Tour. Hij ontwikkelde zich als meesterknecht, met zijn hulp werd Erik Breukink in 1990 derde in het eindklassement. Hij werd de grote hulp van Jean-Paul van Poppel. Zelf op kop rijden dat zag hij niet zitten. Met die druk kon hij helemaal niet omgaan. “Dat is niets voor mij, daar krijg ik vierkante wielen van.” zo sprak Gert.
Er hing altijd een vreemd sfeertje over die PDM ploeg, men sprak over het gebruik van stimulerende middelen. De PDM ploeg kreeg dan ook al gauw de bijnaam “Prestaties Door Manipulaties”. Later in een TV-programma met Mart Smeets gaf ook Gert Jakobs onomwonden toe dat hij Epo had gebruikt. Het was geen verboden middel, alleen je moest zorgen dat de waarde niet boven de vijftig kwam. Gert heeft het gebruikt om makkelijker te kunnen blijven overleven, hij kon op deze manier de Tour uitrijden.
In 1993 ging de fabriek van cassettebandjes PDM failliet en kwam er ook een einde aan de Wielerploeg. Gert Jakobs had in 1994 een mondelinge overeenkomst met de wielerploeg van Festina. Wisselingen in het management zorgden ervoor dat het contract niet doorging. Gert Jakobs zat op dat moment zonder wielerploeg en verdere belangstelling bleef helaas achterwege. Over zijn privéleven na die tijd is veel te vertellen. Hij raakte aan lager wal, werd taxichauffeur bij een sexclub en twee mislukte huwelijken waren het resultaat. Later ging hij aan het werk als vertegenwoordiger. Het zou Gert Jakobs niet zijn om zich uit deze situatie te redden. Hij schuwde de publiciteit niet met als resultaat dat hij aanschoof in het seizoen 2011-2012 als vaste analist bij het RTL7 programma Tour Du Jour. Zijn kop kwam weer op de televisie en dat was een belangrijk moment. Hij kon praten als Brugman en dat had tot gevolg dat hij werd ingehuurd om in het gehele land lezingen te houden en het werd een succes. In 2018 kwam er een boek uit met als titel “Meesterknecht”. Hierin staat zijn gehele leven in de sportwereld beschreven. In 2019 vroeg hij z’n vriendin Heike op de televisiezender van Limburg ten huwelijk. Het paar woont in Helmond. We wensen ze alle geluk van de wereld.
Bronnen: Jeroen Siebelink – Delpher – de Limburger – Telergraaf – Wikkipedia – Parool – RTL 7 – website Jakobs