De voorzitter roert zijn pen; om niet te vergeten (9)

DE VERDELING VAN POTTEN MET GELD

De gemeente Emmen profileerde zich als: ‘Stad van dorpen’. Medewerkers van de gemeente voerden regelmatig overleg met vertegenwoordigers van buurten en dorpen en dat ging altijd over ‘grijs en groen’ met andere woorden over wegen, stoepen, fietspaden en bomen, struiken en grasmaaien. Onderhoud van de openbare ruimte. 

In de loop der jaren waren er voor allerlei zaken ‘potjes met geld’ gevormd waaruit de wensen van de buurten en dorpen konden worden betaald. Dat liep een beetje uit de hand, want potjes waren al snel leeg en de verdeling werd door anderen niet eerlijk gevonden, niets menselijks is ons vreemd. Alles bij elkaar was er zes ton aan euro’s beschikbaar per jaar, de 6-tons pot. Er moest een andere verdeling komen volgens de gemeenteraad, eerlijk, transparant en controleerbaar. De gemeenteraad nam een besluit en als vertegenwoordigers van Noordbarge werden wij opgeroepen om een bijeenkomst te bezoeken over de verdeling van de 6-tons pot.

Op de bijeenkomst met veel burgers en ambtenaren werd ons de situatie uitgelegd. Eerlijk verdelen van een pot met geld. In mijn onschuld dacht ik: 6-ton aan geld, Emmen heeft ongeveer 100 duizend inwoners, waarvan duizend in Noordbarge, dat is 6 euro per inwoner, dus ongeveer 6 duizend euro per jaar voor Noordbarge. De gemeente had in die tijd zichzelf opgedeeld in vier kwadranten en in ieder kwadrant lagen dorpen en wijken met inwoners. De gemeenteraad zou hebben besloten dat wij als vertegenwoordigers van dorpen en wijken moesten gaan overleggen over de verdeling van het geld en moesten besluiten over het eerst verdelen over de vier kwadranten en dan verder verdelen over dorpen en wijken of dat het geld eerst moest worden verdeeld over dorpen en wijken en dan over de kwadranten. Ik dacht: waar ben ik nu terecht gekomen en ging eerst maar eens luisteren. In het kader van zorgvuldig overleg  was dit een eerste bijeenkomst waarin we nog niets mochten zeggen over de inhoud van het onderwerp. Thuisgekomen dacht ik terug aan mijn lagere school, daar werd bij het vak ‘rekenen’ ons de distributieve eigenschap van getallen uitgelegd, namelijk als je een getal 100 gaat delen door 4 en de uitkomst daarvan (25) deelt door 5 (5) of je deelt het getal 100 eerst door 5 (20) en dan door 4, dat de uitkomsten altijd gelijk zijn: 5. 

Aan het begin van de volgende bijeenkomst dacht ik er verstandig aan te doen om de aanwezigen attent te maken op de bovengenoemde eigenschap van getallen en het verdelen van potten met geld, in mijn overtuiging zou het niets uitmaken in welke volgorde we de pot zouden gaan verdelen. Mijn onervarenheid met overheden werd snel duidelijk gemaakt door de ambtenaren: als ik al gelijk zou hebben dan was dat niet relevant omdat de gemeenteraad had besloten dat wij via deze inspraakbijeenkomsten een voorstel moesten opstellen over de volgorde van verdelen. Toen was ik uitgepraat en nam nog een kop koffie met cake.

Een aantal bijeenkomsten later werden we in de raadzaal op het gemeentehuis bijeengeroepen voor een presentatie van een ambtelijke werkgroep en de wethouder over de verdeling van de 6-tons pot. In een enthousiast betoog over de noodzaak van een andere verdeling en onze inbreng vanuit dorpen en wijken was er nu een rekenmodel ontworpen dat zou voldoen aan alle gestelde eisen van eerlijkheid, transparantie en controleerbaarheid. Het was nu aan ons als vertegenwoordigers van dorpen en wijken om te reageren op deze methode van verdelen.

Er kwamen reacties in positieve zin en in de zin van: voor mijn dorp is het toch niet eerlijk genoeg, want wij zijn meer bijzonder dan andere wijken en dorpen. Ik zag al snel dat voor Noordbarge er 9.000 euro beschikbaar kwam en een kort hoofdrekensommetje maakte mij duidelijk dat deze verdeling de gemeente geen 6-ton zou gaan kosten maar 9-ton. Toen ik aan de beurt was om te reageren verkondigde ik aan de wethouder mijn uitbundige enthousiasme en het nut van al onze inbreng omdat deze methode van verdelen er toe leidde dat de gemeente ons ongevraagd 50% meer geld bood dan waar we mee waren begonnen namelijk 9-ton in plaats van 6-ton.

In de raadzaal brak enige paniek uit, de wethouder en haar ambtenaren keken elkaar aan en vroegen zich verbijsterd af of ik gelijk had. Er bleek wel verdeeld te zijn, maar niemand had meer uitgerekend of het totaal nog wel klopte. De wethouder besloot de bijeenkomst direct te beëindigen met de toezegging om erop terug te komen.

Enige tijd later, we waren inmiddels denk ik twee jaar verder, kwam er toch een oplossing en gezien de gewekte verwachtingen werd er 9-ton en meer beschikbaar gesteld om te verdelen. Voor Noordbarge kwam er jaarlijks bijna 12 duizend euro beschikbaar.

Ik heb ervan geleerd dat de samenwerking vanuit dorpen en wijken met de gemeente wel eens anders gaat dan ik had gedacht en niet altijd in het nadeel van Noordbarge en de andere wijken en dorpen, de huidige EOP’s